In het Nederlands maak je het meervoud vaak door ‘-en’ achter een woord te zetten (mens → mensen, ding → dingen, huis → huizen).
In het Engels doen we dit meestal door een ‘-s’ achter een woord te zetten:
- Tree → trees
- House → houses
- Table → tables
Er zijn een paar uitzonderingen:
- Woorden die eindigen op een sis-klank
Het meervoud eindigt op ‘-es’:
- Witch → witches
- Box → boxes
- Bus → buses
- Woorden die eindigen op ‘-fe’
Het meervoud eindigt vaak op ‘-ves’:
- Wife → wives
- Knife → knives
- Woorden die eindigen op ‘-o’
Het meervoud eindigt meestal op ‘-oes’:
- Tomato → tomatoes
- Hero → heroes
(Maar er zijn uitzonderingen, zoals: photo → photos, avocado → avocados.)
- Woorden die eindigen op een medeklinker + ‘-y’
Dan verandert de -y in -ies:
- Baby → babies
(maar: day → days of boy → boys, omdat er een klinker vóór de y staat)
- Onregelmatige meervouden (die je uit je hoofd moet leren):
- Man → men
- Woman → women
- Child → children
- Foot → feet
Nederlanders denken soms dat je in het Engels het meervoud maakt door een apostrof s te gebruiken, maar in het Engels gebruik je dit nooit voor het meervoud. Dit is daarom een veelvoorkomende fout bij het maken van meervoud in het Engels: baby – baby’s – babies. Een andere veelvoorkomende fout is dat we in het Nederlands de medeklinker verdubbelen bij een korte klinker waardoor ‘bus’ in het meervoud ‘bussen’ is. Maar in het Engels bestaat deze regel niet, en wordt ‘bus’ dus ‘buses’ met één -s!
Woordtrainer meervoud
Score: 0
Loading...
Exercise 1
Exercise 2
Zie ook: Some/Any en Meervoud oefenen