In het Engels kun je veel werkwoorden afkorten of samenvoegen om korte vormen te maken. Dit kan soms verwarrend zijn als je niet goed weet wat de korte vorm betekent. De belangrijkste korte vormen zijn:
- Do not – Don’t
- Will not – Won’t
- Cannot – Can’t
- Is – ‘s
- Are – ‘re
- Have – ‘ve
- Will – ‘ll
- Would/could – ‘d
- Am – ‘m
- Is not – Isn’t
- Are not – Aren’t
- Have not – Haven’t
- Has not – Hasn’t
- Should not – Shouldn’t
- Could not – Couldn’t
- Would not – Wouldn’t
Oefen met het maken van deze korte vormen zodat je weet waar je de apostrof moet plaatsen als je ze schrijft, en ook zodat je weet wat ze betekenen.