Het gebruik van ‘to be’ + going to’ is een manier om de toekomstige tijd aan te geven in het Engels. De vormen van ‘to be’ zijn ‘am’, ‘is’, en ‘are’.
- ‘Am’ wordt gebruikt voor de eerste persoon enkelvoud (I)
- ‘Is’ wordt gebruikt voor de derde persoon enkelvoud (He/she/it)
- ‘Are’ wordt gebruikt voor you (enkelvoud en meervoud!), we en they of voor meerdere personen, dieren of dingen
Na ‘am/are/is’ en ‘going to’ gebruik je het hele werkwoord:
- I am going to visit my parents next weekend. (Ik ga mijn ouders volgende week bezoeken.)
- He is going to take the dog for a walk. (Hij gaat de hond uitlaten.)
- We are going to have a party on Saturday. (We hebben een feestje op zaterdag.)
Je kunt ook zeggen dat je iets niet gaat doen, dan gebruik je vaak de korte vorm van het werkwoord ‘to be’ met ‘not’ erachter:
- I‘m not / am not going to visit my parents next weekend.
- He isn’t / is not going to take the dog for a walk.
- We aren’t / ‘re not / are not going to have a party on Saturday.
Hieronder staan een paar oefeningen om te leren deze manier van praten over de toekomst te gebruiken.